Tijdens de Allerheiligenvloed in 1570 brak de oostkant van de Nieuwendammerdijk door. Het water sloeg een gat en Waterland overstroomde. Het meer dat ontstond bestaat nog altijd en heet de Schellingwouderbreek, een verborgen oase in het oude dorp Nieuwendam, inmiddels opgeslokt door Amsterdam-Noord.
Bijna 450 jaar later streken Steef Hupkes (Stanley en de Menzo's), David Pino (El Pino & the Volunteers) en Sander van Munster (No Ninja Am I) op nog geen 50 meter van elkaar neer op de oevers van de Breek. De toerbus maakte plaats voor een stationwagen, het Leidseplein werd het schoolplein. Steef begon te schrijven over het nieuwe leven in het oude dorp, Sander en David maakten er muziek bij en samen werden de liedjes ingekleurd en uitgewerkt.
Het resultaat: Nederlandstalige indiefolk met een hoofdrol voor
samenzang.
Denk: Crosby Stills & Nash, lees: Hupkes, Pino &
Van Munster.
Ik heb de jas aan van de vader van de vader van mijn vader.
En ik kom jouw kant op.
Kom dan naar buiten,
kom dan,
en spring over de muur.
Hak die boom om.
Steek hem aan.
Laat het gaan.
Olie op het vuur.
In mijn dromen ben ik regen,
laat ik alles begroeien:
elk gebouw, elke brug
en alle steden.
In mijn
dromen laat ik alles bloeien
onder het gras.